Blog

9 dingen die je van tevoren moet weten over borstvoeding

Publicatie: 2 augustus 2022

Borstvoeding geven – het líjkt zo simpel. Hongerige baby, tepel erin, even sabbelen = tevreden baby. Helaas is deze formule zelden van toepassing. Vooral bij het eerste zoontje van ondergetekende deed borstvoeding geven eerder denken aan hogere wiskunde. Daarom delen wij hierbij: 9 dingen die je van tevóren had moet weten over borstvoeding geven.

9 dingen die je van tevoren moet weten over borstvoeding

1. Melkvlekken. Overal.

De eerste maanden kun je maar beter je hydrofiele doeken paraat hebben want jij en je partner in crime (de baby) gaan een hoop melkvlekken veroorzaken. Het toeschietreflex doet namelijk zijn werk zodra je kindje gaat drinken. Nu hoor ik je denken: wat voor reflex? Toeschietreflex is jargon voor het iets té enthousiast sproeien van je tepels zodra ze een baby ruiken. Want als je baby ook maar in de buurt komt van tepel één, wil tepel twee absoluut niet achterblijven en begint ook vol overgave melk lekken. Tip: steek een hydrofiele doek tussen je beha en je tepel aan de kant waar je baby op dat moment niet drinkt om te voorkomen dat je constant met een doorweekte beha zit.

2. Links, rechts, links, rechts – uuh?

Zoals gezegd lijkt borstvoeding geven simpel, toch? Je legt je kindje aan en klaar is Kees. Stiekem komt er een ingewikkeld systeem bij kijken. Beide borsten moeten namelijk regelmatig geleegd worden en dat betekent goed afwisselen. Dus moet je constant onthouden welke kant je als laatst hebt gevoed. Probeer dat maar eens tijdens je kraamweek, terwijl er elke dag een waslijst aan andere babywetenschap op je wordt afgevuurd. Maar niet getreurd, er zijn handige hulpmiddelen. Knoop bijvoorbeeld een lintje aan je behabandje aan de kant die je als laatste hebt gevoed. Of had je ‘m juist aan de kant geknoopt die nu aan de beurt is? Uh… gelukkig zijn er ook nog een heleboel borstvoedingsapps waarin je kunt bijhouden hoe laat je voor het laatst hebt gevoed én aan welke kant.

3. Achtermelk, voormelk, ondersteboven melk...

Je borsten hebben zowel ‘voormelk’ (de eerste melk die eruit komt) als ‘achtermelk’ (de melk die wat dieper in je melkklieren verstopt zit). Voormelk is waterig, terwijl de achtermelk vettig is en een verzadigd gevoel geeft. Je wil dus dat je kindje een borst goed leegdrinkt zodat ook de achtermelk meekomt. Maar ja, sommige kleine baby’s nemen drie slokjes en dommelen dan weer in slaap. Zaak dus om ze wakker te houden. Daarvoor kan de kraamverzorgster je speciale kietelplekjes aanwijzen om de baby weer wakker te krijgen. Onder de voetjes is bijvoorbeeld een populaire plek. Je kunt het maar beter weten.

4. Een nachtje weg? Dan wel kolven...

Wellicht heb je lieve (schoon)ouders die jullie een nachtje wegje (lees: een nachtje doorslapen) gunnen. Superleuk plan! Houd er alleen wel rekening mee dat er flink gekolfd moet worden, want jouw melkproductie heeft geen pauzeknop. Tip één: vergeet je kolf niet mee te nemen, anders moet je echt ’s nachts op zoek naar een hongerige baby, want niks zo oncomfortabel als ontploffende borsten. Tip twee: koop een kolf die je onzichtbaar en handsfree kunt gebruiken zodat je niet ergens in een cafeetje op de wc belandt.

5. Je moet liters extra water en voedsel naar binnen werken

Je voedt je kindje meerdere keren per dag en de eerste maanden voorzie jij je kleintje in álle voedingsstoffen. Dat kost energie. Zorg dus dat je tekorten aanvult door liters water te drinken en voldoende te eten. Als je constant dorst hebt betekent dat eigenlijk dat je structureel te weinig drinkt. Maak er dus een gewoonte van om tijdens elke voeding een groot glas water te drinken. Daarnaast had ik na een jaar borstvoeding geven twee verse gaatjes in mijn kiezen. De tandartsassistente keek me betekenisvol aan en zei: “Voor elk kind een tand, dát zeiden we vroeger niet voor niks.” Wat het precíes betekent is voor mij nog enigszins een vraagteken – en deze stelling is ook niet wetenschappelijk onderbouwd - maar zorg hoe dan ook dat je alle mineralen en vitaminen goed aanvult. Er gaat namelijk een hoop linea recta de borstvoeding in.

6. Je borsten gaan óók lekken bij een krijsende meeuw of andere baby

Zelfs als je kindje niet in de buurt is kunnen je borsten zomaar denken van wel, want ze maken niet per se onderscheid tussen jouw eigen kindje of dat van een ander. Ondergetekende heeft ook niet zelden een moment gehad dat de borsten dachten dat een krijsende meeuw genoeg reden was om het toeschietreflex (zie punt één) te activeren. Heel handig in het openbaar. Gelukkig zijn zoogcompressen het antwoord op dit probleem.

7. Een baby in melkcoma het zoetste ooit is

Als je kindje tevreden heeft gedronken en vervolgens op jou in slaap valt dan geeft dat álle reden tot smelten. Overigens is dit niet anders dan bij een fles-gevoede baby. Simpelweg álle baby’s met een vol buikje, een tevreden grimas en een diep melkcoma zijn ultiem schattig.

8. Afbouwen kost tijd

Iets waar ik nooit bij had stilgestaan toen ik begon met borstvoeding geven is dat je dit ook weer moet afbouwen. Je trekt er niet zomaar de stekker uit, zullen we maar zeggen. Dit kan een paar weken in beslag nemen. Bouw je te snel af, dan kan dat verstopte melkkliertjes en ontstoken borsten veroorzaken. Gelukkig kan het consultatiebureau of een lactatiedeskundige hierbij helpen.

9. Je het ook weer gaat missen (ja, zelfs die nachtvoedingen... Een beetje dan)

Borstvoeding vraagt best veel van jou als mama en persoonlijk vond ik het een opluchting toen mijn kindje ook andere dingen ging eten. Opeens kon ik gewoon een stukje brood geven (gebakken door een bakker en niet door mij gemaakt) of een stuk banaan (geproduceerd door een bananenboom) – wat een heerlijk idee. De baby was niet meer compleet afhankelijk van mijn melk! Toch is het ook een bijzondere fase die je absoluut gaat missen zodra deze voorbij is. Zelfs de nachtvoedingen... Een beetje dan. Laatste tip: ik vond het nooit een probleem om naast de borstvoeding ook poedermelk te geven. Als ik dan een keer wat langer van huis was en ik had niet genoeg melk gekolfd (wat best veel tijd vergt) wist ik in ieder geval dat mijn baby niet zou verhongeren. Je kunt dit ook eerst overleggen met het consultatiebureau.