Blog

5 tips van kinderslaapcoach Daisy Oppelaar

Publicatie: 28 mei 2021

Met een baby in je buik of in je armen krijgt slaap een andere betekenis en is een goede nachtrust soms pure luxe. Kinderslaapcoach Daisy Oppelaar van Dais & Nights ging aan de slag met jullie ingezonden vragen en beantwoordt de 5 meest gestelde in dit blog. 

Kinderslaapcoach Daisy Oppelaar
Fotocredits: © Kim van Klaveren 

1. Help, mijn kindje valt niet zelfstandig in slaap. Wat nu?

Daisy: "Valt jouw kindje niet zelfstandig in slaap? Dan ben je zeker niet de enige met dit probleem. Bij veel gezinnen die ik coach is dit namelijk het geval. Goed om te weten is dat zelfstandig in slaap vallen ontzettend belangrijk is voor een goed slaapgedrag van je kleintje. Want als ze niet zelfstandig in slaap kunnen vallen, ben jij als ouder dus altijd nodig. Eigenlijk is het ook niet zo gek: als je kindje nog een baby is valt hij vaak in je armen in slaap of draag je hem of haar de hele dag bij je in een draagzak. Er komt een dag dat dit niet meer praktisch is, bijvoorbeeld omdat je gaat werken of als je kindje naar de crèche gaat en daar in een wiegje moet slapen.

"Consequent zijn is key!"

Heeft je kindje jou of je partner ’s nachts nog steeds nodig voor het in slaap vallen? Bijvoorbeeld door borstvoeding of aan de fles in slaap willen vallen? Of wieg je je kindje ’s nachts nog vaak in slaap of loop je rondjes door het huis om die kleine maar te laten slapen? Dan spreek je van slaapassociaties. Dit zijn bepaalde associaties die je kindje nodig heeft om in slaap te kunnen vallen. Zolang dat betrokkenheid van jou als ouder verlangt, kan je kindje dat dus niet zelf. Gelukkig kunnen wij als slaapcoach je daar goed bij helpen. Zo zijn er bijvoorbeeld bepaalde slaaptrainmethodes waar we veel mee werken. Al deze verschillende methodes zullen werken, mits je als ouder 100% consequent bent. Want hoe consequenter je bent, hoe duidelijker het voor je kindje is wat er van hem of haar verwacht wordt en hoe sneller hij de vaardigheid van zelfstandig slapen onder de knie krijgt. Consequent zijn is dus echt key!”

2. Mijn kindje wil niet in zijn eigen bed slapen, hoe pak ik dit aan?

Daisy: “Kindjes die liever niet in hun eigen bed slapen, maar liever bij papa en mama in het grote bed willen liggen. Geloof me: dit gebeurt heel veel. Op zich is er ook niks mis mee als je het als ouders zijnde niet vervelend vindt om jullie kindje tussen je in te hebben liggen. Sommige ouders vinden dat prima, maar andere ouders willen dit liever niet meer. Gelukkig is het goed af te leren. Het gedrag waardoor jouw kindje steeds bij jou in bed wil slapen is ontstaan doordat het een keer wél mocht. Dat snap ik als geen ander, want al die slapelozen nachten zijn zwaar. Je wil gewoon slapen. Niet morgen, niet over een week, nee, nú. En één van de dingen die je dan als ouder wellicht probeert, is je kindje bij jullie in bed laten slapen. Dikke kans dat ze dan als een blok in slaap vallen.

Onthoud hierbij wel dat dit dan weer één van die bekende slaapassociaties wordt. Jouw kindje heeft jou en je partner nodig om te slapen en weet niet meer hoe hij zonder jullie hulp zelfstandig in slaap kan vallen ’s nachts. De kans is daarom groot dat je kindje vanaf dat moment vaker bij het wakker worden naast jullie bed staat of gaat huilen om dit weer te mogen.

De manier om hier vanaf te komen is eigenlijk simpel: het gewoon echt niet meer doen. We kunnen dit met een bepaalde aanpak wel makkelijker maken:

  • Bij kindjes die zelf al uit bed kunnen komen en de peuterleeftijd hebben bereikt, raad ik aan om een family meeting (slaapvergadering) voor het hele gezin in te lassen. Je kindje begrijpt op die leeftijd al dingen, dus maak er een leuk moment van en vertel je kindje dat er nieuwe regels zijn en het belangrijk is dat iedereen goed slaapt. Eén van die regels is dus dat hij of zij voortaan in zijn eigen bedje slaapt. Leg ook uit dat als je kindje weer bij papa en mama aan het bed staat, je hem of haar weer terugbrengt naar het eigen bedje. Dat terugbrengen naar het eigen bedje is ook belangrijk. Ik noem dit de silent return: geen interactie, houd het saai en sober. Zorg dat je kindje weer veilig in zijn bedje ligt, maar zorg dat er geen beloning is voor het wakker worden. Want ook dit kan weer een trigger zijn voor je kleintje om uit bed te komen (‘als ik uit bed ga krijg ik knuffels of een kusje’). Probeer er dus voor te zorgen dat je kindje zijn eigen bedje weer ziet als de fijnste plek om een lange nacht te slapen. Dat is voor je kleintje uiteindelijk ook het allerfijnst.
  • Als je kindje nog niet uit zijn eigen ledikant kan komen, raad ik aan om een slaaptrainmethode in te zetten op het moment dat hij of zij wakker wordt en bij jullie wil liggen. Die methodes kun je vinden op Google of er met een slaapcoach, zoals ik, aan werken.

Zowel voor de aanpak met de silent return als een slaaptrainmethode geldt weer: wees consequent. Een kindje begrijpt niet waarom het de ene nacht wel mag en de andere nacht niet. Consequentie is the key to success!"

3. Hoe gaat de overgang van twee dutjes per dag naar één dutje per dag?

Daisy: "De overgang van twee dutjes per dag naar één dutje per dag gebeurt meestal tussen de vijftien en achttien maanden. Vaak merk je aan twee dingen dat je kindje klaar is voor één slaapje overdag:

  • Zo kun je bijvoorbeeld merken dat je kleintje, rond zijn normale bedtijd rond 09.00 uur ’s ochtends, nog niet naar bed wil voor het eerste dutje. Dan is hij gewoon nog niet moe en wil hij wat later slapen. Feit is wel dat als je dit slaapje later plant, het middagslaapje ook weer later moet en het uiteindelijk in de war komt met de bedtijd ’s avonds.
  • Het andere wat je veel ziet is dat ze het ochtenddutje nog wel pakken rond 09.00 uur, maar dat het middagslaapje geweigerd wordt of veel te laat op de middag plaatsvindt. Daardoor komt de bedtijd ’s avonds ook weer in de war.

Hoe je die overgang van twee dutjes per dag naar één dutje per dag nu het beste kunt aanpakken? Ik raad je aan om het ochtendslaapje steeds meer in te korten, zodat je het middagslaapje nog wel meepakt. De middagdut is eigenlijk het belangrijkste slaapje van de dag. Probeer elke paar dagen het ochtendslaapje met een kwartier in te korten, totdat hij het middagslaapje nog wel doet op een normale tijd. Als ook dat niet meer werkt en je kindje het ochtendslaapje echt weigert, weet je zeker dat je het ochtenddutje er helemaal uit kunt halen. Het probleem wat dan vaak ontstaat is dat de ochtend ineens heel erg lang wordt. In dat geval kun je wat mij betreft het middagslaapje de eerste week, of de eerste twee weken, iets eerder dan twaalf uur starten. Bijvoorbeeld om half 12 en vervolgens opbouwen naar kwart voor 12, zodat het middagdutje uiteindelijk start vanaf een uur of 12.

Weet wel dat deze overgang van twee dutjes naar één dutje per dag best lastig is. Het is niet binnen één of twee dagen geregeld. Neem dus rustig de tijd om die overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Dan gaat het helemaal goedkomen!"

4. Ik heb thuis een vroege vogel. Hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn kindje langer slaapt?

Daisy: "Een vroege vogel: je zal er maar één hebben thuis ?. Is je kindje iedere dag tussen 06.00 uur en 07.00 uur wakker? Weet dat dat normale tijden zijn voor kleintjes om wakker te worden. Vroege vogels zijn dus eigenlijk alle kindjes die vóór 06.00 uur wakker worden. En geloof me: ik zie veel gezinnen die elke ochtend om 04.30 uur starten met de dag. Erg pittig! Gelukkig is daar altijd wel iets aan te doen en is er vaak overdag iets niet in orde waar we aan kunnen sleutelen.

Het eerste punt waardoor dit bijvoorbeeld zou kunnen komen is teveel slaap overdag. Kort voorbeeld: je hebt een kleintje van 2,5 jaar oud. Die doet nog maar één middagdutje per dag, maar dat middagdutje is heel lang (zo’n 2,5 tot 3 uur). Ik snap dan dat je denkt: ‘lekker, dan kan ik even bijkomen van de vroege ochtend’, maar eigenlijk haalt je kindje dan de slaap in van die vroege ochtend. Wat ik je dan zou adviseren is om het middagslaapje in te korten. Grote kans dat je kleintje dan wat langer gaat slapen 's ochtends.

Het tweede punt is te weinig slaap overdag. Als je kindje ’s avonds naar bed gaat wil je dat hij of zij moe is, maar niet oververmoeid. Een oververmoeid kindje maakt namelijk cortisol aan. Dit hormoon zorgt ervoor dat je kleine wakker en alert blijft en veroorzaakt zo dus die vroege ochtenden. Bied daarom overdag genoeg slaap aan: het juiste aantal dutjes op de juiste tijden. Op die manier zal je zien dat je kindje ’s ochtends waarschijnlijk ook iets langer gaat slapen.

Derde punt is dat je kindje te laat naar bed gaat 's avonds. Het is een hele logische gedachte om te denken: 'mijn kindje is om 05.00 uur wakker, dus ik breng hem een uurtje later naar bed zodat hij 's ochtends lekker langer slaapt'. Helaas is precies het tegenovergestelde waar. Door je kindje later naar bed te brengen, raakt je kleine oververmoeid en komt het cortisol verhaal weer om de hoek kijken. Dit houdt je kindje wakker en alert, waardoor hij of zij in de vroege ochtend weer makkelijker wakker wordt. Het is eigenlijk super simpel: breng je kindje iets eerder naar bed en waarschijnlijk slaapt hij 's ochtends zo een halfuur of uurtje langer.

Nummer vier: haal je kindje er echt niet uit voor 06.00 uur 's ochtends. Ook als hij of zij al om 05.00 uur of eerder wakker is. Zie alles voor 06.00 uur als nacht. Op Google zijn er diverse methodes met slaaptrainingen te vinden en natuurlijk kan ik je hier als slaapcoach ook bij helpen.

Last but not least: geef geen directe beloning aan je kindje na het wakker worden. Stel je kindje wordt om 05.00 uur wakker en je geeft hem meteen een flesje of zet hem of haar voor de TV. Zeker oudere kindjes kunnen dat laatste echt als beloning zien, waardoor ze bij het wakker worden meteen uit bed willen. Doe dit soort dingen dus niet meteen als ze wakker zijn en trek die momenten door naar een later moment zodat ze dit niet als beloning zien."

5. Wat kan ik doen als mijn kindje de speen kwijt is en wakker wordt 's nachts?

Daisy: "De speen, wie heeft er geen haat-liefde verhouding mee? Je kan niet mét en je kan niet zonder. Been there, done that. Jikke, die deze vraag stelde, heeft een kindje van 8 maanden oud. Het goede nieuws voor haar is dat met 8 maanden de tijd wel ongeveer is aangebroken dat haar kindje de speen zelf kan bedienen. Om dat te stimuleren raad ik aan om dit overdag veel te oefenen zodat je kindje die beweging zelf leert maken. Als je er 's nachts steeds uit moet en het speentje in- en uit de mond van je kleintje doet, leren ze het nooit. Dus pak op zo'n moment het speentje, stop het in het handje van je kind en beweeg zijn of haar hand naar het eigen mondje. Zo leren ze zelf hoe het moet.

Los van dat wil je natuurlijk eigenlijk dat ze het zelf kunnen, dus maak het jezelf gemakkelijk en leg meerdere spenen in bed. Denk dan aan een stuk of drie/vier spenen zodat ze zelf om zich heen kunnen grijpen als ze het zelf kunnen bedienen. Ook raad ik aan om een speendoekje aan in ieder geval één speen te doen. Zo valt de speen minder snel door de spijlen van het bedje en hoef jij er ook minder snel je bed voor uit.

Wil je liever echt helemaal van de speen af? Dan raad ik je aan om dit al vroeg aan te pakken. Als je kindje 4 of 5 maanden oud is, is het namelijk relatief makkelijk om cold turkey met de speen te stoppen. Op die leeftijd is de zuigbehoefte die je kindje als newborn heeft namelijk weg en biedt de speen op dat moment vooral troost en gewenning. Omdat ze op die leeftijd nog heel makkelijk accepteren dat de speen er ineens niet meer is, ben je er met 1 á 2 nachtjes doorheen. Na de leeftijd van 4 of 5 maanden wordt het steeds moeilijker, omdat ze dan zo gewend zijn geraakt aan de speen en het een groot drama voor ze is als die wordt weggenomen. Dan is het eigenlijk pas met de leeftijd van 2,5 jaar á 3 jaar weer een beetje te doen. Op die leeftijd kun je ze echt meenemen in het verhaal en uitleggen waarom de speen weggaat."

Wil je meer weten over Daisy of haar zelf inschakelen als kinderslaapcoach? Neem dan zeker even een kijkje op haar Instagramkanaal Dais & Nights